Ingeademde middelen gebruiken kan schade veroorzaken aan het hart, de nieren, de hersenen, de lever, het mergbeen en andere organen.

Bron van de afbeeldingen: Thomas Tamm

• Ingeademde middelen verbruiken de zuurstof van het lichaam heel snel en dwingen het hart onregelmatig en sneller te kloppen.


• Gebruikers kunnen misselijkheid en bloedneuzen en haarverlies ondervinden en hun gehoor of reukvermogen verliezen. Langdurig gebruik kan leiden tot spieratrofie en verminderde spierspanning, en de giftige chemicaliën beschadigen de longen en het immuunsysteem steeds verder.


• Een gebruiker van ingeademde middelen riskeert het Sudden Sniffing Death Syndroom. De dood kan de eerste of de honderdste keer dat er geïnhaleerd wordt, optreden.

“Het was een neerwaartse spiraal, van lijm snuiven, gas snuiven, geestverruimende paddestoelen, die doorging tot ik 17 was. Toen begon ik met marihuana. Ik besteedde zoveel mogelijk geld aan marihuana. Vervolgens was ik oud genoeg om clubs te bezoeken, dus begon ik daar met amfetaminen en Ecstasy…

“Ik begon om te gaan met mensen die heroïne gebruikten en al snel ging ik er steeds meer van gebruiken, tot ik verslaafd was. Ik had er toen geen idee van tot welke schade dit later zou leiden... dat ik de ene gevangenisstraf na de andere zou uitzitten, bij mensen inbreken, van mijn familie stelen. Al de pijn en het zielenleed die ik veroorzaakte, was erger dan het stelen dat ik van ze deed.” – Dennis

“Toen ik in groep vier zat, liet een zogenaamde vriend me kennis maken met inhaleermiddelen. Zo jong als ik was en niet beter wetend, begon ik dagelijks gas te inhaleren, en ging daarmee door tot groep acht. Mijn motorieke systeem is min of meer kapot en ik zit uren achter elkaar de ruimte in te staren zonder dat er ook maar een gedachte bij me opkomt. Het is alsof mijn lichaam hier is maar ik niet. Ik heb er moeite mee een baan te houden en ik woon nu al twaalf jaar alleen. Van buiten zie ik er normaal uit maar wanneer ik geïnteresseerd ben en met vrouwen praat, wordt het duidelijk dat ik niet meer ben dan een kasplantje. Ik ben het zat om zo te leven, ik zou liever dood zijn dan dat ik zo verder moet. Het voelt toch al alsof ik dood ben.” – John