Drugs zijn in feite vergif. De gebruikte hoeveelheid, bepaalt het effect.
Een kleine hoeveelheid werkt stimulerend (het verhoogt de activiteit). Een grotere hoeveelheid werkt als een kalmerend middel (het onderdrukt de activiteit). Een nog grotere hoeveelheid werkt als vergif en kan iemand doden.
Dat geldt voor elke drug. Het verschil zit in de hoeveelheid die nodig is om het effect te bereiken.
Maar veel drugs hebben nog een effect: ze hebben direct invloed op het verstand. Ze kunnen de waarnemingen van wat er om de gebruiker heen gebeurd vervormen. Het gevolg is dat de acties van de persoon misschien vreemd zijn, irrationeel, ongepast en zelfs destructief.
Drugs blokkeren alle gevoelens, zowel de gewenste als de ongewenste. Dus, hoewel drugs op korte termijn hulp kunnen bieden bij het verlichten van pijn, vagen ze ook de vermogens en alertheid weg en gooien ze iemands denken in de war.
Medicijnen zijn drugs die bedoeld zijn om iets van de werking van je lichaam te versnellen, vertragen of te veranderen om zo te proberen het beter te laten werken. Soms kan dat nodig zijn. Maar het blijven drugs: ze werken als stimulerend of verdovend middel en teveel ervan kan je doden. Dus wanneer je medicijnen niet gebruikt zoals ze gebruikt horen te worden, kunnen ze even gevaarlijk zijn als drugs.