Middelen die geïnhaleerd worden omvatten chemicaliën zoals die worden gevonden in huishoudproducten als schoonmaakvloeistoffen, lijm, verf, verfverdunner, nagellakverwijderaar, amyl nitriet1en lichtere brandstoffen. Ze worden opgesnoven.
Middelen die geïnhaleerd worden tasten de hersenen aan. Als er substanties of dampen door de neus of mond geïnhaleerd worden kunnen ze permanente fysieke en mentale schade veroorzaken. Ze zorgen voor een gebrek aan zuurstof in het lichaam en forceren het hart onregelmatig en sneller te kloppen. Mensen die middelen om te inhaleren gebruiken kunnen hun reukvermogen verliezen, leiden aan misselijkheid en bloedneuzen en kunnen lever-, long- en nierproblemen ontwikkelen. Doorlopend gebruik kan leiden tot afname van spiermassa, -spanning en -kracht. Middelen die geïnhaleerd worden kunnen er voor zorgen dat iemand niet meer normaal kan lopen, praten en denken. De meeste schade wordt aangericht aan het hersenweefsel wanneer de giftige gassen rechtstreeks in de sinus worden gesnoven.2
Gevolgen op korte termijn:
Behalve het bovenstaande kunnen middelen die worden geïnhaleerd iemand doden door een hartaanval of verstikking, als gevolg van de dampen die de plaats innemen van zuurstof in de longen en het centraal zenuwstelsel. Iemand die middelen om te inhaleren gebruikt kan ook plotseling extreem gewelddadig reageren.
Gevolgen op lange termijn:
Ze kunnen leiden tot het achteruitgaan en afname van de spanning en kracht van de spieren. Ze kunnen permanente schade aan het lichaam en de hersenen veroorzaken.